*This page is automatically translated from English articles.
1. Controleer of het apparaat is verbonden met internet. Als het apparaat niet is verbonden met internet, kunnen de geplande opschoningstaken niet worden gesynchroniseerd.
2. Controleer of de hoofdeenheid zich niet in de modus Niet storen bevindt en dat vooraf ingestelde reiniging niet in deze modus kan worden uitgevoerd.