*This page is automatically translated from English articles.
Probleem uitleg:
BMI: Verwijst naar de body mass index, wordt momenteel gebruikt in de internationale meting van een standaard van menselijk lichaamsvet en dun.
Body score: Hoe goed je scoort op je fysieke conditie.
Lichaamsvet: Lichaamsvetsnelheid verwijst naar het aandeel lichaamsvet in het totale gewicht van het menselijk lichaam. Het is een belangrijk criterium voor het beoordelen van obesitas.
Spier: De hoeveelheid skeletspieren, gladde spieren en spierweefsel die het water van het lichaam bevat.
Water: het percentage water in het menselijk lichaam, verwijst naar het bloed, lymfe, extracellulaire vloeistof, intracellulaire vloeistof, enz.
Basaal metabolisme de minimale hoeveelheid energie die nodig is om de basisactiviteiten van het leven te ondersteunen. De persoon met een hoge basismetabolisatie behoort tot een niet gemakkelijke vetconstitutie.
Visceraal vet: Vet opgeslagen in de openingen tussen de inwendige organen. Hoge viscerale vetindex verhoogt het risico op chronische ziekten zoals hartaandoeningen, hypertensie en hyperlipidemie.
Botmassa: De hoeveelheid calcium en fosfor in botten, vooral bij vrouwen met een verminderde botmassa als gevolg van obesitas of amenorroe, moet van bijzonder belang zijn.
BMI: Verwijst naar de body mass index, wordt momenteel gebruikt in de internationale meting van een standaard van menselijk lichaamsvet en dun.
Body score: Hoe goed je scoort op je fysieke conditie.
Lichaamsvet: Lichaamsvetsnelheid verwijst naar het aandeel lichaamsvet in het totale gewicht van het menselijk lichaam. Het is een belangrijk criterium voor het beoordelen van obesitas.
Spier: De hoeveelheid skeletspieren, gladde spieren en spierweefsel die het water van het lichaam bevat.
Water: het percentage water in het menselijk lichaam, verwijst naar het bloed, lymfe, extracellulaire vloeistof, intracellulaire vloeistof, enz.
Basaal metabolisme de minimale hoeveelheid energie die nodig is om de basisactiviteiten van het leven te ondersteunen. De persoon met een hoge basismetabolisatie behoort tot een niet gemakkelijke vetconstitutie.
Visceraal vet: Vet opgeslagen in de openingen tussen de inwendige organen. Hoge viscerale vetindex verhoogt het risico op chronische ziekten zoals hartaandoeningen, hypertensie en hyperlipidemie.
Botmassa: De hoeveelheid calcium en fosfor in botten, vooral bij vrouwen met een verminderde botmassa als gevolg van obesitas of amenorroe, moet van bijzonder belang zijn.